Indien wij erin slagen sterker te worden en een stuk verder te gaan in ons begrip van de dingen, zal een kwaad dat de anderen velt en vernietigt, ons sterker, edelmoediger en gezonder maken. Men moet dus niet trachten het kwaad uit te schakelen, maar zichzelf te versterken, om er weerstand aan te bieden. Wat doet men tegen de regen, de sneeuw, de storm? Gaat men zijn huis uit, om de natuurkrachten te bevelen dat zij moeten bedaren? Ja, misschien gaat dat zo in sprookjes, maar in het dagelijkse leven zorgt men voor zijn huis dat men verstevigt, isoleert, van een goede verwarming voorziet, en dat volstaat – men is gerust.
Waarom zou men in het andere geval niet hetzelfde doen? Waarom zou men zich uitputten door tegen het kwaad te vechten, in plaats van er enkel voor te zorgen dat men sterker en taaier wordt, om tot een beter inzicht te komen en het beter te kunnen trotseren?