De zon is het beste restaurant dat bestaat en daarom trekken wij er iedere morgen heen. Maar om er voedsel te krijgen, moet men goud bezitten: geen goud in de zakken, want dat dient tot niets, maar goud in de hersenen. En wanneer de restauranthouder, de geest van de zon, ziet dat je enkele goudstukken bij je hebt, laat hij onmiddellijk schotels en gerechten aanrukken, en wel de smakelijkste.
Anders zit je daar maar te geeuwen, te krabben en te zuchten: ‘Ik voel niets, ik krijg niets, het loont niet de moeite naar dit restaurant te komen.’ Je wacht op de bediening, maar men zal niet jou, maar de anderen bedienen. Tegen jou zegt men: ‘Wacht maar even, ga eerst wat goud verzamelen en als je goud bezit, zul je worden bediend.’ Goud-bezitten betekent de goddelijke wijsheid begrijpen, waarderen, ervan houden en ze nastreven. Wanneer de geesten van de zon zien dat je dit goud bezit, zullen zij onmiddellijk voor je zorgen.