Om op te vallen bij een Ingewijde, verschijnt een vrouw voor hem met het haar in de krul, helemaal opgemaakt, opgetut: haar gezicht is bedekt met een kleurenpalet: zwart, blauw, rood, groen. De Ingewijde die een andere opvatting van schoonheid heeft, zal haar niet zeggen dat zij zich vergist en niet beseft met wie zij te maken heeft, maar zijn mening zal niet gunstig zijn.

Sommigen zullen zeggen: ‘Ha, nu heb ik het begrepen, voortaan zal ik een Ingewijde opzoeken, gehuld in lompen.’ Wel, dan handel je zoals die hoogmoedige Athener, die zich kleedde met vodden om de achting van Socrates te winnen. Hij stelt zich aan hem voor en Socrates kijkt... en kijkt... Men kon zelfs zijn huid zien door de scheuren van het weefsel. Socrates zei: ‘Zie je, het is nog altijd je hoogmoed die door die gaten tevoorschijn komt.’ En hij vergiste zich niet! Of je nu lompen draagt of luxueuze kleren, dat verandert niet veel aan de zaak, want een Ingewijde kijkt naar je ziel.

Zie ook ‘Spirituele alchemie – de zoektocht naar volmaaktheid’, Izvor 221, hst. 10 en 11 en ‘Spirituele Meesters – lichtbakens voor alle tijden’, Izvor 207, hst. 6 en 12.