De meeste mensen hebben over het leven beperkte opvattingen, waaraan zij zich vastklampen en daarom zie je op hun gezicht de sporen van de wanorde en de kwellingen, waarmee zij worstelen. Hun leven bestaat alleen maar uit kleingeestigheden, verdeeldheid, discussies en plagerijen die hun ingefluisterd worden door hun lagere natuur en die zij niet willen opofferen. Nochtans toont het vuur ons dat er geen leven mogelijk is zonder offer. Zodra je een vuur aansteekt, worden al die zwarte, kromme takken omgezet in energie, licht en warmte. Daarom moet men besluiten het vuur in zichzelf aan te steken, om alle afvalstoffen te verbranden die in het vuur ook licht en warmte zullen worden.
Zolang men het offer beschouwt als een ontbering, een verarming, heeft men niets begrepen. Het waarachtige offer is de omzetting van alle oude, gebruikte, onzuivere elementen in licht en warmte, dat wil zeggen in wijsheid en liefde.
Zie ook ‘Het leven, meesterwerk van de geest’, Synopsis III, deel 11.5.