Tijdens de wassende maan helpen de fysieke en psychische energieën die de natuur in jou legde, jou om op te treden als een bewust actief en wilskrachtig wezen. Daarna, tijdens de veertien dagen van de afnemende maan, stel je vast dat deze energieën eerder de neiging hebben zich terug te trekken om je wortels te voeden, dat wil zeggen de maag, de seksualiteit: je eetlust en je sensualiteit nemen toe en je hebt behoefte aan meer rust.
Aangezien deze wisselwerking bestaat, is het wenselijk dat je weet hoe je haar kunt benutten. Het is bijvoorbeeld beter zich niet in nieuwe ondernemingen te storten tijdens de afnemende maan, want ze lopen het gevaar te mislukken of grote hindernissen te ontmoeten. Maar als je van een zwakheid, gebrek, verdriet of kwellende gedachten af wil, kun je juist deze periode kiezen en zeggen: ‘Zoals de maan afneemt aan de hemel, moge op dezelfde manier dat gebrek of die ondeugd in mij afnemen en verdwijnen.’ En omgekeerd, tijdens de wassende maan, kun je formules uitspreken, om je kwaliteiten te versterken en bepaalde resultaten te behalen.
Zie ook ‘Het leven, meesterwerk van de geest’, Synopsis III, deel 10.1.