Het is goed dat je gelegenheden zoekt om blijk te geven van zelfbeheersing, bijvoorbeeld door weerstand te leren bieden aan honger, dorst, warmte, koude, vermoeidheid. Het gaat er natuurlijk niet om in ontbering te leven, of te worden zoals yogi’s, nee. Maar kijk: wie honger of dorst heeft, haast zich in ‘t algemeen om onmiddellijk voedsel en drank te vinden, en als dat niet lukt, begint hij te klagen, te mopperen of wordt hij boos.
Observeer jezelf en je zult zien dat je bij allerlei gelegenheden niet kunt verdragen dat je niet onmiddellijk je lusten of grillen kan bevredigen. Hoe wil je dan weerstand bieden aan woede, jaloersheid, haat of seksuele verlangens? Ook al weet je dat het beter zou zijn te weigeren en al probeer je weerstand te bieden, het zal je niet lukken, als je niet geleerd hebt je wilskracht te oefenen.
Zie ook ‘Een toekomst voor de jeugd – jongeren en spiritualiteit’, Izvor 233, hst 14.