Je wilt mediteren maar je weet niet hoe je je gedachten kunt beheersen. Veronderstel dat je een galopperend paard wil stoppen: werp je ervoor en het zal je vermorzelen; je moet er dus eerst naast lopen, terwijl je het vasthoudt bij de teugels of de manen en het dan tegenhouden... Het gaat net zo met de gedachte. Als je de loop ervan bruusk wilt onderbreken, door je te concentreren op een bepaald onderwerp, zal de gedachte die volop bezig is, niet stoppen en als je teveel aandringt, zul je alleen maar je hersenen blokkeren.

   Om je te concentreren, moet je eerst het steigerende paard in jou temmen, en om het te temmen moet je eerst proberen je er niet tegen te verzetten, anders zal je zenuwstelsel schokken krijgen. Laat dat paard dus een ogenblik lopen en wanneer je voelt dat het voldoende gehuppeld heeft en niet wantrouwig is, kun je op z’n rug springen en het de richting uitsturen die jij gekozen hebt.

Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst. 8.