Door meditatie en contemplatie probeert de discipel een te worden met de Godheid. De Ingewijden uit India hebben deze oefening van eenwording samengevat in de formule: ‘ik ben Hem’ dat wil zeggen: Hij alleen bestaat, ik ben slechts een weerspiegeling, een herhaling, een schaduw, ik besta slechts in de mate dat ik in staat ben in Hem op te gaan.

In feite bestaan wij niet als schepselen die van God gescheiden zijn, wij zijn een deel van Hem. Daarom leert de Inwijdingswetenschap aan de mens bepaalde methodes, die hij kan gebruiken, om zich los te maken van de waandenkbeelden die hij van zichzelf heeft. Wanneer wij zeggen: ‘ik ben Hem’, begrijpen we dat wij niet bestaan buiten God, en wij verbinden ons met Hem, wij komen dichter bij Hem tot we op een dag zullen worden zoals Hij.

Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11, hst. 11 en ‘De Nieuwe Aarde – methoden, oefeningen, formules, gebeden’, Verz. werk deel 13, hst. 10.