Door de grote waarheden en goede invloeden die hij ontvangt, met de hulp van de Engelen, begint de leerling van een Inwijdingsschool zich de lichtende wereld te herinneren waaruit hij is afgedaald en waarnaar hij op een dag moet weerkeren. De grootste zegening voor de leerling is zich te herinneren...
Hij zal zich ook al het leed herinneren dat hij heeft doorstaan en zelfs alle fouten die hij heeft begaan, alle schulden die hij heeft gemaakt. Want hij moet alle wezens terugvinden die hij heeft benadeeld, om zich met hen te verzoenen en het onrecht te herstellen, om zijn karma af te lossen. Dit staat de leerling te wachten, en trouwens iedereen. Op een dag zul je verplicht zijn alle vergissingen die je hebt begaan, te verbeteren, om al het kwaad dat je hebt aangericht te herstellen.
Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202, hst. 6.