De meeste mensen hebben de neiging enkel voor hun eigen welzijn te werken. Maar dat is

geen goede oplossing, want als een ongeluk de gemeenschap treft, worden zij ook geraakt. Zolang niet heel de maatschappij in voorspoed en vrede leeft, zijn alle individuen blootgesteld aan ellende of ongeluk. Als het de collectiviteit echter voor de wind gaat, genieten ook alle individuen ervan mee: zelfs als zij getroffen worden door een ongeluk, zullen al de anderen hen komen helpen.

De dwaasheid alleen maar voor zichzelf te werken, kost fortuinen: leed, oorlogen, verwoestingen... Helaas blijven de mensen, zolang dit al duurt, ieder voor hun eigen heil werken ten nadele van de collectiviteit: ieder trekt het laken naar zich toe, ieder denkt dat zijn toekomst verzekerd is als hij maar voor zichzelf zorgt. Welnee! Als de collectiviteit getroffen wordt door een ongeluk, ligt heel zijn kleine gelukje aan diggelen, want hij maakt deel uit van deze collectiviteit en is dus even kwetsbaar.

Zie ook ‘Op aarde zoals in de hemel’, Synopsis II, deel 8.3