Wanneer de leerlingen van een Meester met elkaar spreken, zijn ze vaak verwonderd dat hun Meester niet aan iedereen dezelfde raad heeft gegeven. Dat moet men toch begrijpen: de raadgevingen van een Meester verschillen al naargelang de personen en de periodes van hun leven.

Zolang je bijvoorbeeld niet ziek bent, zal een Meester zeggen dat het volstaat een zuiver, verstandig en redelijk leven te leiden om gezond te blijven. Maar als je ziek bent, zal hij je zeggen een dokter te raadplegen, geneesmiddelen te nemen of zelfs je te laten opereren. Wanneer het te laat is, staan er geen andere middelen meer ter beschikking. In dezelfde zin zal hij aan degenen die niet gehuwd zijn, zeggen: ‘Bewaar zoveel mogelijk je vrijheid, let op, denk na, verbind je niet voortijdig.’ Maar als gehuwde mannen of vrouwen hem om raad komen vragen, zal hij antwoorden dat zij als gehuwden verbintenissen hebben aangegaan en bijgevolg hun verantwoordelijkheden moeten nemen tot het einde toe. Een Meester geeft dus raad volgens de mentaliteit, de behoeften en de huidige situatie van zijn leerlingen.

Zie ook ‘Spirituele Meesters, lichtbakens voor alle tijden’, Izvor 207, hst. 2, 5, 6, 8.