Telkens als de mens gehoorzaamt aan een lager verlangen, ketent hij zich vast en wordt hij slaaf; daarom ziet men zoveel slaven op aarde. Zelfs als de mensen vrij lijken, luisteren zij in feite trouw naar een meester: hun lagere natuur die hen meedogenloos uitbuit. Om zich te rechtvaardigen, zeggen zij: ‘Het was sterker dan ik’, zonder eraan te denken dat zij bewijzen dat zij al slaven zijn, als zij deze zin uitspreken. Want er is iemand anders in hen die hen stevig vasthoudt.
Een vrij mens zegt nooit: ‘Het was sterker dan ik’, want dit is de zin van de capitulatie, het visitekaartje waarop geschreven staat: ‘Ik ben zwak, ik ben een grote nul.’ ‘Hoezo? Op mijn kaartje staat geschreven: President van dit, Directeur van dat, Inspecteur...’ Oh ja? Dat is best mogelijk, maar een Ingewijde leest heel wat anders.
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11.