Alle dagen wordt de bruiloft gevierd van de geest en de materie, van de Hemel en de aarde. Wees dus aandachtig om erbij te zijn en deel te nemen aan de feesten die de Heer, de goddelijke Moeder en alle engelenscharen geven.
Veronderstel jij dat jouw wil om deel te nemen aan die feesten volstaat, om toegelaten te worden? Dan heb je het mis: om binnengelaten te worden, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. En als je zomaar aanklopt, zonder klaar te zijn, overkomt je precies dezelfde tegenslag als die man waarover Jezus sprak in een parabel. Hij diende zich aan op het feest zonder ceremoniële kledij en hij werd niet toegelaten. Het kleed is juist het symbool van de kwaliteiten die men ontwikkeld moet hebben, om toegelaten te worden aan de feestdis. Je zult misschien niet uitgenodigd worden, om aan de rechterhand van de Meester des huizes te zitten, maar dat geeft niets: zelfs aan de andere kant van de tafel loont het de moeite een plekje te krijgen, om deel te nemen aan het festijn.
Zie ook ‘De lach van de wijze’, Izvor 243, hst. 14.