Zij die in duisternis leven, zijn altijd beducht voor het licht en daarom worden de hoogstaande wezens, de grote Meesters, die werken voor de evolutie van de mensheid, vaak vervolgd. Omdat de twee principes van goed en kwaad voortdurend strijd leveren in de wereld, maakt degene die werkt voor het licht, noodzakelijk de krachten van de duisternis wakker. De Ingewijden, die de wereld willen verbeteren, raken onvermijdelijk aan de persoonlijke, zelfzuchtige of duistere belangen van individuen die zich met alle mogelijke middelen daartegen verzetten.

Wanneer zij op de aarde komen om de mensen te helpen, weten de grote Meesters op voorhand dat zij het doelwit zullen zijn van allerhande vijandelijkheden vanwege de mensen: haat, laster, vervolgingen, om het werk waarvoor zij gezonden worden, te verhinderen. Maar zij laten zich nooit ontmoedigen, zij blijven voortwerken en al hun liefde over de mensen uitstorten, zelfs als deze onbewust en ondankbaar zijn.

Zie ook ‘U bent goden’, Synopsis I, deel 5.

Neem een appel, snij hem in stukjes en eet hem op: je hebt een bepaalde gewaarwording...

Als je gewoon in de appel bijt, heb je een andere gewaarwording... Ga nu naar een appelboom, haal een tak naar je toe en begin in een appel te bijten zonder hem te plukken: dat geeft nog een andere gewaarwording. Je voelt dat die appel leeft, je ervaart een zeker welzijn, een heerlijke smaak, een vreugde, die de boom zelf je geeft, omdat hij verbonden is met de aarde en er krachten uit put, die jij naar je toehaalt. Door middel van de vrucht heeft de boom je in staat gesteld om contact te krijgen met de aarde.

Men kan dit voorbeeld toepassen op het gebied van de liefde. Veronderstel dat een man en een vrouw de band met de Hemel hebben verbroken: zij zijn als een vrucht die niet meer aan de boom hangt en hebben reeds een gedeelte van hun energie, hun magnetisme verloren. Wat zal je op dat ogenblik ‘proeven’? Het spreekt vanzelf dat je wel enkele kruimeltjes zult vinden, enkele gewaarwordingen zult hebben, maar je zult niet het gevoel hebben verbonden te zijn met de onmetelijkheid van die goddelijke liefdesbron. Als je daarentegen houdt van het wezen dat verbonden is met de boom des levens, zul je voelen dat je één wordt met het centrum van het universum, met de kosmische oceaan.

Zie ook ‘Mystiek van man en vrouw – spirituele galvanoplastiek’, Izvor 214, hst. 3.

Neem de gewoonte aan bij heldere nacht de sterren te bekijken en te drinken van die vrede, die zachtjes neerdaalt uit de sterrenhemel. Verbind je met iedere ster, het is een levende, intelligente ziel die je een woord zal toefluisteren. Probeer een ster te vinden waarmee je een bijzondere verwantschap voelt, verbind je met haar en stel je voor dat je ernaartoe gaat, of dat zij je komt spreken...

Sterren zijn hoogontwikkelde zielen. Door te luisteren naar hun stem, zul je de oplossing voor talrijke problemen vinden en je zult licht en vrede in jezelf voelen.

Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst. 13.

Waarom heb je een bepaalde slechte neiging, een lichamelijk of geestelijk gebrek? Omdat je in je vorige levens nog geen onderricht had genoten en jezelf hebt laten gaan in het leiden van een onverstandig leven; al die vergissingen werden opgestapeld, gecondenseerd en zijn gestold als tumoren, en nu zit je met een weerbarstige materie. Wat doe je eraan? Gebruik de omgekeerde werkwijze en laat deze tumoren smelten door het vuur van de geest en door andere vormen en uitdrukkingen te scheppen die zuiverder en harmonieuzer zijn.

Om onszelf te transformeren, om een nieuwe vorm te geven aan ons temperament, onze neigingen, gewoonten en zelfs erfelijkheid, moeten wij het hemelse vuur aantrekken, aanroepen, het smeken neer te dalen, het onophoudelijk aanblazen en aanwakkeren, zodat het erin slaagt ons te doen smelten. En daarna kunnen wij met de gedachte onverpoosd werken, om in ons nieuwe vormen te scheppen.

Zie ook ‘Spirituele alchemie – de zoektocht naar volmaaktheid’, Izvor 221.

Alles in de natuur is erop gericht ons te onderrichten en te doen nadenken. Neem bijvoorbeeld

een vrucht, een perzik: zij bestaat uit een schil, vruchtvlees en een pit. De schil is een beschermend omhulsel, dat overeenstemt met het fysieke vlak; het vruchtvlees dat men eet en dat het leven bevat, stemt overeen met het psychisch gebied (de ziel); en de pit tenslotte, die men plant om andere bomen te kweken, stemt overeen met het goddelijk gebied (de geest).

Deze drie elementen van de vrucht stemmen ook overeen met de drie fundamentele deugden: de wijsheid, de liefde en de waarheid. De schil van de vrucht is de wijsheid: zij beschermt, omhult en bewaart de vrucht. Het vlees van de vrucht is de liefde die zich offert om de schepselen te voeden. En de pit tenslotte stelt de waarheid voor. De pit wordt geplant om leven te geven aan een nieuwe boom en alleen het waarachtige is in staat het leven te bestendigen.

Zie ook ‘Spirituele alchemie – de zoektocht naar volmaaktheid’, Izvor 221, hst. 2 en ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222, hst. 6.