Hoe ontstaat een edelsteen? Hoe een diamant? Oorspronkelijk was de diamant slechts koolstof, lelijke zwarte koolstof, die getransformeerd werd ten gevolge van een formidabele druk en een zeer hoge temperatuur.

Welnu, men kan zeggen dat de geschiedenis van de diamant die is van de Ingewijde. Ook hij was eerst alleen maar koolstof, maar dankzij de enorme druk waaraan hij werd blootgesteld – de beproevingen – en dankzij de hoge temperatuur die hij in zichzelf heeft opgewekt – zijn liefde – is hij een diamant geworden, een pure schittering van licht. En nu bevindt hij zich op de kroon van een engel, een aartsengel of een godheid.

‘Zie ook ‘Geheimen uit het boek van de natuur’, Izvor 216, hst. 11 en ‘Het leven, meesterwerk van de geest, Synopsis III, deel ll.6.

Een kaarsvlam is heel klein en kwetsbaar, een zuchtje kan haar uitdoven. Maar als deze vlam een zekere omvang krijgt, zal iedere wind of bries haar alleen maar in kracht doen toenemen. Dit beeld laat je begrijpen dat de minste gebeurtenis in het leven je vlam kan uitdoven, dat wil zeggen je inspiratie en je geestdrift, ten minste indien je zwak bent. Maar als je sterk bent, wordt deze vlam een vuurzee, die nog meer gevoed wordt door moeilijkheden en hindernissen.

Zolang kleine dingen in staat zijn je omver te werpen, is je vlam heel zwak. Haal dus takken om ze te voeden. Je zult opmerken: ‘Maar ik heb geen takken!’ Hoezo, je hebt er geen? Al dat afvalhout, die zwarte takken, al die oude dingen die je meesleept: je driften en lagere verlangens, offer die op, smijt ze in het vuur; je zult er niet alleen van verlost zijn, maar nooit zal iets of iemand de vuurzee in jou nog kunnen doven.

Zie ook ‘Geheimen uit het boek van de natuur’, Izvor 216, hst. 6.

Waarom begrijpen de mensen niet dat al wat zij doen bepaalde gevolgen teweegbrengt, en dat zij niet ongestraft de wetten van de natuur kunnen blijven overtreden en het werk van de elementen verstoren?

Door hun daden, maar ook door hun gedachten en gevoelens, door hun anarchistische houding, ontketenen zij de krachten van de natuur, die uiteindelijk zullen reageren om orde op zaken te stellen. De natuur is geen bewegingloos of ongevoelig ding, dus men heeft niet het recht ermee te doen wat men wil. Iedere keer als de mensen de grenzen van wat de natuur kan verdragen, overschrijden, geeft de natuur hun lik op stuk.

Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202, hst. 6 en ‘De macht van de gedachte’, Izvor 224, hst. 3.

Iedere dag moet men eraan denken zich te zuiveren, ja, iedere dag. Je hebt je gisteren al gezuiverd?... Gisteren telt voor gisteren, en vandaag moet je opnieuw beginnen. Begin dus steeds weer opnieuw tot heel je wezen volledig vernieuwd is.                         

Zich zuiveren is een zaak van een heel leven. Het is niet omdat een mens op de dag van zijn doopsel in het water werd gedompeld, dat de geesten van het kwaad heel zijn verdere leven niet meer in hem zullen durven binnendringen. Duivels zijn niet bang voor dat doopsel! De mens zelf moet immers heel zijn leven blijven werken om de zuiverheid, die hij ontving op de dag van zijn doopsel, te onderhouden en te versterken. Als hij geen inspanningen doet in dezelfde zin, is het nutteloos prat te gaan op het doopsel: er blijft immers niets van over.

Zie ook ‘de Mysteriën van Jesod – grondslagen van het spirituele leven’, Verz. werk deel 7, hst. 3, 4.

Iemand biedt je een brood aan en zegt: ‘Dit brood is uitstekend, het zal je kracht geven.’ Je neemt het aan, je eet ervan en je krijgt buikkramp. Dat bewijst dus dat het brood slecht is en je er maar beter niet meer van kunt eten. Iemand anders brengt je een ander brood en na ervan gegeten te hebben voel je je in topvorm. Dat bewijst dat het brood, dat hij je bracht, goed is. Hetzelfde is waar op elk gebied.

Iemand zet je een filosofie uiteen en beweert dat zij de beste is en dat je haar moet aanvaarden... Welnu, neem even de proef op de som. Als je de dingen klaarder begint in te zien, als je in je hart meer liefde, geestdrift en inspiratie voelt, als je wil sterker wordt om te werken en alle problemen op te lossen, aanvaardt deze filosofie dan. Al wordt zij je voorgesteld door een bedelaar of een verschoppeling, zij is uitstekend, want zij heeft het bewezen.

Zie ook ‘Waarheid, de vrucht van wijsheid en liefde’, Izvor 234, hst. 2 en 5.