Het grootste nut van een Inwijdingsonderricht is dat het ons alle mogelijkheden verschaft onze volgende incarnaties te verbeteren. Wie het nut van een dergelijk Onderricht niet begrijpt, verbetert niet alleen niets, maar loopt bovendien het gevaar de enkele voordelen die hij bezat, te verliezen.
Neem het voorbeeld van een rijk man: als hij met zijn rijkdom niets goeds uitricht, als hij zich zonder meer overgeeft aan de geneugten van het gewone leven, zal hij te kampen hebben met de grootste materiële moeilijkheden, wanneer hij in een volgende incarnatie terugkomt. Hij zal zelfs niet weten dat hij zeer rijk was in het verleden en dat hij nu in de ellende zit, omdat hij niets voor de anderen heeft gedaan met zijn rijkdom. En deze wet is niet alleen waar voor het fortuin, maar ook voor de andere gebieden: het verstand, de schoonheid, de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hoeveel mensen komen zo gehandicapt ter wereld, omdat zij deze essentiële waarheid van de Inwijdingswetenschap niet kenden: dat zij zelf de meesters van hun toekomst zijn.
Zie ook ‘De macht van de gedachte’, Izvor 224, hst. 3 en ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202, hst. 7 en 8.
De mens wordt pas echt helderziend, wanneer zijn hart begint te beminnen, want de ware helderziendheid, de waarachtige ogen bevinden zich in het hart. Als je van iemand houdt, wat zie je dan in die persoon? Dingen die niemand anders ziet. Liefde opent je ogen. De vrouw die van een man houdt, vindt dat hij lijkt op een godheid en vertel haar niet dat zij zich vergist! Ogenschijnlijk is het waar dat zij zich vergist. Maar als zij de schoonheid van haar geliefde schijnbaar overdrijft, is het omdat zij haar geliefde ziet zoals God hem in het begin geschapen heeft, of zoals hij zal zijn wanneer hij weerkeert in de schoot van de Schepper.
Men heeft de macht van de liefde om ogen te openen nog niet begrepen. Wie helderziend wil worden, moet leren beminnen. Zijn hart moet om hulp roepen, zoals de blinden uit het Evangelie: ‘Heb medelijden met ons Heer!’ En op een dag zal het kosmische licht komen vragen: ‘Wat willen jullie dat ik voor jullie doe? – Dat onze ogen mogen opengaan! – Goed.’ En je ogen zullen geopend worden.
Zie ook ‘De onzichtbare wereld – helderziendheid, intuïtie en dromen’, Izvor 228, hst. 6.
Het is van essentieel belang dat je de vorm en de kracht met elkaar kunt verzoenen. Je moet de vorm beschermen, opdat hij niet verbrijzeld zou worden door de spirituele krachten en tegelijkertijd moet je het vuur van de geest in stand houden, zodat de vorm voortdurend bezield wordt. Wie zich vastklampt aan de vorm, zal vroeg of laat weggeveegd worden door de kosmische stromingen, want hij gaat in tegen de bestaansreden van de evolutie.
Iedere filosofie, ieder onderricht dat vastgeroest is in oude vormen, zal meegevoerd worden door de machtige golfslag van de vernieuwing. Alles moet vernieuwd worden, nergens op aarde is er een schuilplaats voor hen die niet willen evolueren.
Zie ook ‘Subtiele centra van de mens’, Izvor 219, hst.1.
Sla jezelf gade, sla de anderen gade en je zult een merkwaardige vaststelling doen. Door het aanvaarden van een spiritueel onderricht, hoe verheven ook, beginnen mensen na verloop van een maand, zes maanden, een jaar – dat hangt af van de personen – in de grootste tegenstrijdigheden te vervallen. Zij voelen zich ongemakkelijk, zijn prikkelbaar, komen in opstand, en in plaats van de positieve kant in zichzelf te versterken, ontwikkelen zij door hun inspanningen enkel de negatieve kant. Waarom? Omdat iedere nieuwe gedachte, ieder nieuw gevoel gistingen veroorzaakt in het wezen, dat niet is voorbereid op deze nieuwe elementen.
Toen Jezus zei: ‘Men doet geen nieuwe wijn in oude zakken, men doet de nieuwe wijn in nieuwe zakken’, drukte hij dezelfde idee uit: de mens moet vanbinnen een stevige vorm voorbereiden die in staat is een nieuwe filosofie, idee of onderricht te bevatten en te verdragen. Dat wil zeggen dat hij zich van tevoren moet harmoniseren met deze filosofie, en zijn maag, longen, hoofd en heel zijn fysieke en psychische organisme moet versterken en voorbereiden, om de spanning te kunnen weerstaan die veroorzaakt zal worden door de nieuwe stromingen die hij zal ontvangen.
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk, deel II, hst. 6.
Een Arabisch spreekwoord zegt dat er vier categorieën van mensen bestaan. De eersten zijn verstandelijk zo beperkt dat zij niet beseffen dat zij niet weten. Voor hen is er niets aan te doen, laat hen met rust. De tweede categorie bestaat uit degenen die weten dat zij niet weten; zij zijn eerlijk en vol goede wil, dus onderricht hen. In de derde categorie bevinden zich degenen die niet weten dat zij weten, zij zijn ingeslapen, maak hen dus wakker. In de vierde categorie vindt men enkele zeer zeldzame wezens, die weten dat zij weten. Het zijn de wijzen, de Ingewijden. En het spreekwoord zegt: volg hen.
Zie ook ‘Spirituele alchemie – de zoektocht naar volmaaktheid’, Izvor 221, hst.2.