Alle dagen wordt de bruiloft gevierd van de geest en de materie, van de Hemel en de aarde. Wees dus aandachtig om erbij te zijn en deel te nemen aan de feesten die de Heer, de goddelijke Moeder en alle engelenscharen geven.
Veronderstel jij dat jouw wil om deel te nemen aan die feesten volstaat, om toegelaten te worden? Dan heb je het mis: om binnengelaten te worden, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. En als je zomaar aanklopt, zonder klaar te zijn, overkomt je precies dezelfde tegenslag als die man waarover Jezus sprak in een parabel. Hij diende zich aan op het feest zonder ceremoniële kledij en hij werd niet toegelaten. Het kleed is juist het symbool van de kwaliteiten die men ontwikkeld moet hebben, om toegelaten te worden aan de feestdis. Je zult misschien niet uitgenodigd worden, om aan de rechterhand van de Meester des huizes te zitten, maar dat geeft niets: zelfs aan de andere kant van de tafel loont het de moeite een plekje te krijgen, om deel te nemen aan het festijn.
Zie ook ‘De lach van de wijze’, Izvor 243, hst. 14.
De geboorte van het goddelijk Beginsel in jou is een innerlijke gebeurtenis, waarin je je niet kunt vergissen. Alsof de Hemel voor jou openligt, voel je de aanwezigheid van een ander wezen dat je steunt, verlicht, beschermt en blij maakt. Zelfs in de verschrikkelijkste omstandigheden, op het moment dat je de wanhoop nabij bent, voel je dat dit wezen er is en dat je geholpen wordt.
Ja, het is de gewaarwording van een aanwezigheid, van een contact dat nooit verbroken wordt. Alsof je vlakbij de vlam van een lamp bent, die nooit uitdooft. Zodra je haar nodig hebt, kan zij je al het licht en de warmte geven die je verlangt, maar zelfs als je haar niet gebruikt, is zij altijd aanwezig en staat zij ter beschikking.
Zie ook ‘U bent goden’, Synopsis I, deel 9.
De stilte is het meest verheven gebied van onze ziel, en zodra wij dat gebied bereiken, komen wij in het kosmische licht. Het licht is de kwintessens van het universum, alles wat wij om ons heen zien en zelfs niet zien, wordt doorkruist en is doordrongen van licht. En het doel van de stilte die wij in ons trachten te scheppen tijdens de meditaties, is de eenwording met dat licht, dat leeft, dat machtig is en heel de schepping doordringt.
Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229.
Het Koninkrijk van God kan niet verwezenlijkt worden op materieel gebied, voordat het gerealiseerd is in het intellect, in de gedachten. Zodra het in de gedachten gerealiseerd is, zal het neerdalen in het hart, in de gevoelens en daarna zal het zich tenslotte kunnen uitdrukken in daden, want zo verloopt noodzakelijk het proces van de verwezenlijking in de materie: gedachte - gevoel - handeling.
Het Koninkrijk van God zal op een dag tastbaar gerealiseerd worden in de materie. Maar eerst moet het in de ideeën, in de gedachten komen. En daar kan men zien dat het proces reeds begonnen is...
Duizenden personen in de wereld voeden in zich het ideaal en de liefde van het Koninkrijk van God, er zijn er zelfs veel meer dan je zou geloven. In de gedachten en verlangens van sommigen baant het Koninkrijk van God zich reeds een weg. En zelfs in hun gedrag, in hun manier van leven heeft het Koninkrijk van God plaatsgenomen. Het Rijk Gods is in de eerste plaats een bewustzijnstoestand, een manier van leven en werken, en wanneer deze bewustzijnstoestand algemeen zal worden, zal het Koninkrijk van God en Zijn Gerechtigheid werkelijk op aarde neerdalen.
Zie ook ‘In Naam van de Duif – innerlijke vrede, wereldvrede’, Izvor 208, hst. 9 en ‘Mystiek van man en vrouw – spirituele galvanoplastiek’, Izvor 214, hst. 13 en ‘De ware leer van Christus’, Izvor 215, hst. 4. Zie ook ‘Op aarde zoals in de hemel’, Synopsis II, deel 4.1.
Waar jullie ook gaan, in de bergen, in de bossen, langs de oevers van meren of oceanen, toon dat jullie je bewust zijn van de aanwezigheid van de etherische schepselen die daar wonen, indien jullie je willen laten kennen als kinderen van God die verlangen naar een lichtender en subtieler leven.
Benader die schepselen met respect en ingetogenheid. Begin met hen te groeten, betuig hun je vriendschap, je liefde en vraag om hun zegeningen. Die schepselen merken je op van verre en zijn zo opgetogen over je houding, dat zij zich klaarmaken om je te overladen met hun geschenken: vrede, licht en zuivere energie. Dan baad je in de liefde en de verrukking van deze spirituele wezens, en als je weer afdaalt naar de valleien, naar de steden, neem je heel die rijkdom met je mee, maar ook openbaringen en ruimere, verreikende ideeën.
Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst. 6.