De geest van de mens is een kind van God, een onsterfelijke vonk, ontsprongen uit Zijn schoot. Alle macht en alle kennis van Hem liggen in de mens besloten. Waarom is de geest dan zo beperkt in zijn uitingen? Omdat het fysieke lichaam nog te grof en te materieel is. Maar dat is geen reden het lichaam te verachten of te martelen, zoals de christenen gedurende eeuwen hebben gedaan. God heeft ons lichaam gemaakt met veel wijsheid en een grote kennis. Ons lichaam is het beste instrument dat ons gegeven werd; als wij er iedere dag aan werken om het te zuiveren en te verfijnen, maken wij het bekwaam om in harmonie met de geest te vibreren.
De mens die het lichaam veracht en verwaarloost, net zoals degene die er niets dan sensuele genoegens probeert uit te halen, vergist zich. Alleen diegene is op de goede weg, die begrepen heeft dat de opdracht van het lichaam erin bestaat alle schittering, verborgen in de geest, te openbaren en op een dag de levende tempel van de geest te worden. Hoe kan men zich inbeelden dat het lichaam, dat God aan de mens gegeven heeft, als enige functie zou hebben zich tegen de geest te verzetten en de vlam van de geest uit te doven, die juist van de mens een kind van God maakt. Dat is toch zinloos!
Zie ook ‘Artistieke en spirituele schepping, Izvor 223, hst. 12.
Veel zogenaamde spiritualisten hebben geen ander doel dan hun eigen belang en niet het belang van de universele gemeenschap! Zij hebben nog niet begrepen dat alles wat de mens doet in strijd met de universele orde, niet alleen schade veroorzaakt, maar zich uiteindelijk tegen hem keert.
Het volstaat niet dat je daden jou goed uitkomen, want je bent niet alleen; in de goddelijke wereld zijn er anderen die zich moeten uitspreken over je daden, en als je de goddelijke wetten overtreden hebt, zul je op de een of andere manier gestraft worden. Daarom is het belangrijk dat je meerdere keren per dag enkele minuten uittrekt, om jezelf te harmoniseren met de lichtende krachten van het universum. Dat is geen verloren tijd, integendeel, je wint er iets heel kostbaars mee: je krijgt contact met entiteiten die je komen helpen en steunen.
Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst. 7 en 9.
Situaties worden niet van onderuit opgelost, door beslissingen te nemen op materieel vlak; de impuls moet van boven komen, van een vraag vanwege de geest. Allen die deze wet niet kennen, proberen altijd in te grijpen op fysiek vlak, om dingen te veranderen, te verplaatsen, af te breken of weer op te bouwen. De geschiedenis leert ons echter dat deze ingrepen niet duurzaam zijn: enige tijd later komt een golf al die realisaties wegvagen.
Alleen wat boven, in de wereld van de geest, gegrondvest is, duurt eeuwig; al het overige is tijdelijk en vergankelijk. Als je dus een situatie op duurzame wijze wilt verbeteren, moet je je zeer hoog verheffen tot in de wereld van de geest, en daar werken, bidden, vragen formuleren en beelden scheppen, die op een dag verwezenlijkt zullen worden op fysiek vlak. Als je erin slaagt de lichtende krachten boven te ontketenen, zullen op een dag alle hindernissen opgeruimd worden en zal een nieuwe orde van harmonie en vrede gevestigd worden op de aarde.
Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. 9.
In moeilijkheden verwacht men van geleerde en beschaafde mensen gematigde en redelijke reacties. Maar meestal ziet men iets heel anders: een kleinigheid brengt hen in erbarmelijke toestanden van woede of neerslachtigheid, en zij hebben geen enkele macht, geen enkele wilskracht er iets aan te doen.
Heel hun opleiding, heel hun geleerdheid is niet in staat hen te helpen. Wanneer zullen zij begrijpen dat het belangrijkste erin bestaat te leven, en niet professor, ingenieur of econoom te zijn? Waartoe dient het een hoge borst op te zetten met de rijkdom van anderen, die zij uit boeken hebben gehaald? Wat zij zelf hebben gerealiseerd, dat zouden zij moeten tonen. Als zij daar niet toe in staat zijn, kunnen zij hun boekenkennis beter laten rusten en zich eindelijk toeleggen op het essentiële: werken aan hun karakter!
Zie ook ‘Een toekomst voor de jeugd – jongeren en spiritualiteit’, Izvor 233, hst. 7.
Jezus zei: ‘Als je niet wordt als kinderen, zul je het Koninkrijk van God niet binnengaan.’ Heeft men echt begrepen wat het betekent te worden als een kind, en waarom dit de voorwaarde is om het Koninkrijk van God binnen te gaan? Een kind is broos, kwetsbaar en vol vertrouwen, wat bij volwassenen het verlangen oproept om het kind te beschermen. Jezus wilde zeggen dat wij kinderen moeten blijven ten opzichte van de wezens die verder staan dan wij: de Ingewijden, de grote Meesters, want zij kunnen zich met ons bezighouden, ons leiden, onderwijzen en beschermen.
Als men volwassen is, gelooft men dat men geen enkele behoefte heeft aan spirituele ouders. Dat is een vergissing, op dat ogenblik beginnen juist de ongelukken. Wij moeten kinderen blijven ten opzichte van diegenen die ons overtreffen; op die voorwaarde zullen wij het Koninkrijk van God binnengaan en leven in vreugde, geluk en hoop. Zelfs als wij hier op aarde verplicht zijn volwassen te worden, moeten wij toch kinderen blijven tegenover onze goddelijke ouders.
Zie ook ‘Spirituele Meesters – lichtbakens voor alle tijden’, Izvor 207, hst. 12.