Dagtekst 25 januari 2022

Door meditatie, door contemplatie kun je alle subtiele elementen aantrekken, die overvloedig verspreid zijn in de ruimte. Je kunt erover beschikken, er zijn geen verboden of grenzen, want deze bevinden zich enkel in de mens, wanneer hij niet sterk, niet zuiver noch intelligent is. Maar in werkelijkheid is alles aanwezig en voor hem beschikbaar, op voorwaarde dat hij moeite doet om het te bereiken. God deelt alles uit, niemand is edelmoediger dan Hij. Het leven is overal: in het water, in de bomen, de stenen en vooral in de lucht en in de zon. Maar de mens sterft, omdat hij zijn organisme niet heeft kunnen wennen aan het opnemen van dat leven, om zich te voeden en te verlevendigen.                   

God is rechtvaardig en groot, Hij heeft nooit gezegd dat de rijkdommen bestemd waren voor de een en niet voor de ander; maar als je niets doet om ze te verwerven, is God niet verantwoordelijk. Studeer dus en oefen je, anders zul je nog gedurende vele incarnaties even arm en ellendig blijven, en God blijven beschuldigen.

Zie ook ‘Het leven, meesterwerk van de geest’, Synopsis III, deel IX.3