Al het goede dat je kan doen, of het nu daden, woorden, gevoelens of gedachten zijn, doe het, en laat daarna de tijd zijn werk doen. Zelfs als je het vergeten bent, zelfs als je het niet wilt, zal op een dag al dat goede je achtervolgen om je te belonen.
En ik wil er nog dit aan toevoegen: leer het goede te doen zonder erover te spreken, zonder te wensen dat men de weldoener kent. Zo zul je niet alleen een geheime vreugde beleven, maar zul je ook bij de anderen iets goeds wakker maken: zij zullen verplicht zijn zich af te vragen wie dat prachtig wezen is dat zich niet wil tonen, en dat zal hen ertoe aanzetten op dezelfde manier te handelen tegenover andere schepselen.
‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. X en XVI.