Als je van iemand houdt, vraag je je dan af hoe je van hem houdt? Nee, je zegt: ‘Ik hou van hem, ik hou van haar...’ Dat je van die persoon houdt, is zeker, daar twijfelt niemand aan, maar stel je eens enkele vragen over de aard van die liefde. Mensen noemen iedere begeerte, verlangen, behoefte of zin ‘liefde’. Zodra het gevoel er is, moet men eraan toegeven. En het is zelfs verboden om na te denken: het verstand moet zwijgen. Wanneer het hart bezig is met liefhebben, heeft het verstand niets in de melk te brokken; het hart zegt: ‘Zwijg! Ik spreek, de liefde spreekt, wat heb jij dan te vertellen?’ Maar wanneer het hart en het verstand zouden samenwerken, zou de liefde zich onder nog mooiere vormen en kleuren vertonen.
Hoe minder iemand ontwikkeld is, hoe vlugger hij toegeeft aan de druk van zijn liefde, zonder zich af te vragen of die liefde wel onbaatzuchtig, zuiver of nuttig is. Zodra iemand verliefd is, hoeft hij blijkbaar niet meer na te denken. Daarom zijn er zoveel romans, toneelstukken en films, die de vaak rampzalige avonturen van geliefden vertellen!
Zie ook ‘Mystiek van man en vrouw – spirituele galvanoplastiek’, Izvor 214, hst. V en VI