Waarom heerst er orde en harmonie in de kosmos? Heel eenvoudig omdat de zon zich in het centrum bevindt en daar ook blijft. De planeten die eromheen draaien, zouden de zon graag aantrekken om haar te strelen en te omhelzen, en zij richten zich tot haar met zoete woordjes. Maar de zon laat zich niet overhalen. ‘Nee nee, zegt zij, als ik mij verplaats, zal heel de kosmische orde verstoord worden. Ik moet in het centrum blijven en jullie moeten om mij heendraaien. Alleen op die voorwaarde kan ik mijn licht, warmte en leven blijven sturen naar heel het universum.’

Zoals de zon moet een echte Meester in het centrum blijven; hij mag zich nooit verplaatsen voor het plezier van één leerling die hem wil aantrekken, waardoor hij al de anderen in de steek zou laten. Want de rol van een Meester bestaat erin zijn gedachten, gevoelens, kennis en zelfs zijn leven te geven, maar hij moet het doen terwijl hij in het centrum blijft, zoals de zon. We moeten leren lezen in het boek van de levende natuur.

Zie ook ‘Geheimen uit het boek van de natuur’, Izvor 216, hst. XII