Dagteksten
Het vuur van de hartstochten niet beheersen is de zekerste manier om het kostbaarste dat de mens vanbinnen bezit, te vernietigen. Velen zoeken dat verterende vuur, zonder te beseffen dat zij nooit meer zullen terugvinden wat ze hierdoor verliezen. Zij handelen als kinderen die met lucifers spelen: zij steken het vuur aan om de vlammen te zien oplaaien en slaken vreugdekreten, terwijl alles door het vuur verteerd wordt. De arme stakkers! Zij weten niet dat in heel hun organisme en vooral in hun hersenen dit vuur gepaard gaat met schokken, barsten en instortingen. Natuurlijk ziet men de gevolgen niet onmiddellijk, maar beetje bij beetje begint er in hen iets af te brokkelen.
Daarom moeten wij trachten ons bewust te zijn van de weerslag van onze emoties en gewaarwordingen op ons lichamelijk en geestelijk evenwicht, om op harmonieuze wijze te kunnen voortwerken aan de constructie van ons innerlijk gebouw.
Zie ook ‘het leven, meesterwerk van de geest’, Synopsis III, deel XI.5
De mens bezit een geest, een ziel, een verstand, een hart, een wil en een fysiek lichaam, en de grootste moeilijkheid voor hem bestaat erin deze tot overeenstemming te brengen. Zolang hij daar niet in geslaagd is, zolang hij er niet toe komt die eenheid in zichzelf te realiseren, kan hij niet sterk noch machtig zijn.
Een van de bedoelingen van een Inwijdingsschool is ons te leren deze eenheid te scheppen en al onze activiteiten, al onze vermogens te richten op één punt. Of het nu gaat om onze ziel, geest, intellect, hart, buik of seks... wij moeten elk van hen het streefdoel meegeven van onze vervolmaking, onze verlichting. Zodra deze eenheid in ieder van ons gerealiseerd is, kunnen wij ons allen samen concentreren op het licht, om heilzame gevolgen teweeg te brengen in heel de wereld.
Zie ook ‘Het licht, de levende geest’, Izvor 212, hst. IX
De onzichtbare wereld wil mensen onderwijzen met behulp van hun eigen ervaringen, en niemand wordt gespaard. Dit is het echte werk: stilstaan bij iedere ervaring van het dagelijks leven, om er conclusies uit te trekken en zo veel verder te kunnen gaan op het pad van de spiritualiteit.
Maar hoeveel mensen zijn in staat deze lessen te begrijpen en er baat bij te vinden? Heel hun leven zullen zij ervaringen opdoen, maar zij blijven even zwak als voorheen, niet tot enige reactie in staat, om hun toestand te verbeteren. En uiteraard lijden zij..., uiteraard zijn ze er niet trots op... Maar zij zijn aan heel deze warboel gewend en berusten erin te verkommeren. Nee, het ogenblik is daar om te begrijpen dat zij hier een einde aan moeten maken. En om daarin te slagen, moeten zij iedere dag mediteren over harmonie, ervan houden, ernaar verlangen, ze in zichzelf een plaats geven, in ieder gebaar, in ieder woord, in iedere blik.
Zie ook ‘Harmonie en gezondheid’, Izvor 225, hst. III
Het overkomt iedereen dat hij of zij gelukkig is, maar zo kortstondig! Want gelukkig zijn omdat men bereikt heeft wat men verlangde: succes, materieel voordeel, of zelfs de liefde van een man of een vrouw, is niet het echte geluk, omdat men nooit zeker kan zijn dat het blijft duren.
Echt geluk is gebaseerd op een juist begrip. De Ingewijden hebben altijd benadrukt dat het geluk een bewustzijnstoestand is die voortvloeit uit de manier waarop men dingen aanvoelt en begrijpt. Mensen kunnen niet gelukkig zijn, zolang hun verstand en hun hart een slagveld zijn, waar chaotische en verwoestende gedachten en gevoelens elkaar te lijf gaan. Het werk van de Ingewijden heeft er altijd in bestaan mensen wijsheid en liefde bij te brengen, want uit het licht van het intellect en de warmte van het hart wordt een harmonieuze beweging, een opbouwende en evenwichtige activiteit geboren. En dat is geluk.
Zie ook ‘Waarheid, de vrucht van wijsheid en liefde’, Izvor 234
Versterk je aandacht en je liefde voor de waarheden van de Inwijdingswetenschap. Want deze waarheden verdienen dat je er een gewijde houding tegenover aanneemt. Onze tijdgenoten cultiveren een trend die erin bestaat niets meer als heilig te beschouwen, onder het voorwendsel dat men blijk moet geven van een kritische geest en overgaan tot het rechtzetten van misverstanden aangaande filosofische en religieuze begrippen, die in het leven werden geroepen door al te lichtgelovige generaties. Deze tendens is zeer nadelig voor hun evolutie, want op dat ogenblik sluit de natuur zich voor hen en ontvangen zij geen enkele openbaring meer.
De natuur laat zich enkel ontdekken door mensen die gevoelig zijn voor het gewijde. Als je deze houding leert ontwikkelen, zul je buitengewone openbaringen ontvangen. En niet alleen openbaringen van een Meester, die trouwens niet zo wezenlijk zijn, zolang ze niet ook van jezelf komen. Als je de goede houding hebt gevonden, zullen de openbaringen ook van jezelf afkomstig zijn en je zult verbaasd zijn wonderen te ontdekken, waarvan je het bestaan nog nooit vermoed had.
Zie ook ‘Een toekomst voor de jeugd’, Izvor 233, hst. III