Vasten zuivert het organisme en de zuiverheid is de basis van de gezondheid. Als de mens altijd eet tot hij verzadigd is, rekenen de cellen van zijn maag en van al zijn organen automatisch op hun meester, want zij weten dat hij hen altijd zal bevredigen en zo worden ze lui. Bij een grote overvloed aan voedsel kan een gedeelte niet worden opgenomen en blijft het hangen in het weefsel, waar het begint te gisten. Wanneer men echter vast, nemen de cellen die slechts zeer weinig voedsel ontvangen, de beslissing om zuiniger, wijzer en actiever te worden, om zich te behelpen. Op dat ogenblik vindt geen gisting meer plaats in het organisme. Wie niet vast, stelt zich bloot aan groot gevaar voor de toekomst, want zijn cellen worden lui, passief en zwak.

Het spreekt vanzelf dat langdurig vasten het organisme verzwakt, maar als men weet hoe lang, onder welke voorwaarden en in welke bewustzijnstoestand men dient te vasten, zijn de weldaden van het vasten voor de gezondheid immens.

Zie ook ‘De yoga van de voeding’, Izvor 204, hst. VII

In Genesis staat geschreven dat God de mens heeft geschapen naar Zijn beeld. Maar wanneer men spreekt over de sublieme toekomst die de mensheid wacht, zijn er heel weinig mensen die deze idee serieus nemen.                                                                           

Als men echter aanneemt dat de mens werd geschapen naar het beeld van God, moet men logisch zijn en de gevolgen daarvan aanvaarden. En een van die gevolgen is juist dat er een goddelijke, sublieme toekomst wordt beloofd. Men heeft niet het recht de draagwijdte van deze waarheid te beperken, want welke toekomst heeft men anders voor ogen voor het beeld van God?

Zie ook ‘Een universele filosofie – broederschap als nieuwe vorm van bewustzijn’, Izvor 206

Veel godsdiensten hebben God afgeschilderd als een onverbiddelijk, wraakzuchtig en jaloers wezen dat alles ziet, alles bestraft en geen medelijden kent. Nochtans straft God ons niet. Hij wil onze fouten zelfs niet zien. Maar Hij heeft de wereld gebaseerd op wetten en als wij deze niet eerbiedigen, worden wij gestraft. Het is dus niet God die ons straft, Hij heeft geen tijd om zich daarmee bezig te houden: Hij is één en al liefde, Hij leeft enkel in pracht.

Veronderstel dat je een dwaasheid hebt begaan: je voelt je van streek en je bidt: door dat gebed voel je dat je aan je kwellingen ontsnapt, je verheft je en je bereikt de troon van God. Zelfs als je onder het stof zit of er haveloos uitziet, zegt Hij: ‘Kom binnen, wees welkom!’ En Hij geeft het bevel je te wassen en te kleden, Hij nodigt je uit op het feestmaal en je bent gelukkig en vredig. Maar dat geluk en die vrede blijven niet duren. Wanneer je terug naar beneden gaat (want je bent uiteraard verplicht weer af te dalen, je kunt niet zo lang boven blijven), beginnen de kwellingen opnieuw... En zij blijven duren tot je begrijpt dat je je fouten moet verbeteren en het kwaad dat je hebt aangericht, herstellen. Het is dus niet God die je komt straffen, Hij heeft wel wat anders te doen!

Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming’, Izvor 202

Het vraagstuk van het communisme en het kapitalisme heeft economen en politici nog niet losgelaten sedert meer dan een eeuw. Maar voor een echte psycholoog zijn communisme en kapitalisme, in plaats van vijandige ideologieën, twee tendensen die in het menselijk wezen bestaan en die beide onontbeerlijk zijn vanwege hun complementariteit: men moet een kapitalist zijn om een betere communist te worden. Luister hoe dit in zijn werk gaat. De mens bezit een groot kapitaal: zijn leven, en hij bezit het eigendomsrecht over zijn ‘productiemiddelen’, namelijk zijn ogen, oren, hersenen, longen, hart, armen, benen, enz.

Hij oefent ze, ontwikkelt ze, onderhoudt ze, verzorgt ze, vervolmaakt ze en bewaart ze voor zichzelf: hij is dus een ‘kapitalist’. Maar wanneer zijn kapitaal begint te renderen en hij zijn productie goed organiseert en leidt, kan hij vervolgens zijn producten uitdelen aan anderen, hij geeft, bezielt, verlicht, verwarmt: hij wordt ‘communist’!

Men kan geen communist zijn als men niet eerst een kapitalist is om zijn kapitaal te laten renderen, anders zal men niet in staat zijn wat dan ook aan de anderen te geven. En men is evenmin een goed kapitalist, als men zijn rijkdom niet uitdeelt, want op dat ogenblik begint alles wat men bezit stil te vallen en te rotten. Communisme en kapitalisme, beide gaan samen en zijn absoluut noodzakelijk voor de goede gang van de wereld.

Zie ook ‘In naam van de Duif: innerlijke vrede, wereldvrede’, Izvor 208, hst. VI

Welke mensen dwingen respect en bewondering af? Zij die gevochten hebben, zij die zich overtroffen hebben, zij die hindernissen en beproevingen overwonnen hebben. Bijvoorbeeld, waarom bewonderen mensen en vooral jongeren zo vurig topsporters? Omdat zij zich altijd proberen te overtreffen: of het nu gaat om rennen, springen, zwemmen of klimmen, de zin voor inspanning, uithoudingsvermogen en moed worden altijd beschouwd als grote kwaliteiten. Loont het dan niet de moeite te trachten dezelfde kwaliteiten te tonen in het dagelijks leven?                      

Het is goed alle krachten te bundelen, om sneller of langer te rennen en te zwemmen, hoger te springen, beter bij de bal te kunnen en hem in het doel te trappen, maar het is nog nuttiger tegen zichzelf te zeggen: ‘Ik zal geduldiger zijn in moeilijke omstandigheden, ik zal droefheid en verdriet overwinnen, ik zal me voortaan beheersen.’ Inderdaad, ook op dat gebied kun je heldendaden verrichten en overwinningen behalen. Waarom zou je het niet proberen?

Zie ook ‘Artistieke en spirituele schepping’, Izvor 223, hst. III, XI en XII